-
1 een toontje lager zingen
climb down -
2 afklimmen
v. climb down, go down, come down, step gradually down -
3 bakzeilhalen
v. climb down, back down; trim one's sails to the wind (Nautical) -
4 bakzeilhalen
-
5 afklimmen
-
6 in zijn schelp kruipen
in zijn schelp kruipenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in zijn schelp kruipen
-
7 schelp
3 [deel van het oor] auricle♦voorbeelden: -
8 klimmen
1 [klauteren] climb (up/down) ⇒ clamber (about)2 [rijdend/fietsend een berg opgaan] climb♦voorbeelden:in een boom klimmen • climb (up) a treeover stoelen en tafels klimmen • clamber over chairs and tablesuit een raam klimmen • climb out of a window4 met klimmende belangstelling/aandacht • with growing/mounting interestmet het klimmen der jaren • with advancing years -
9 onderen
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 van onderen af beginnen • start from scratch/the bottom -
10 opgaan
3 [zich begeven naar] go4 [examen afleggen] sit (for)5 [opgegeten/opgedronken worden] go, be finished6 [juist zijn] hold good/true ⇒ apply7 [in beslag genomen worden] be wrapped up (in)♦voorbeelden:1 er ging een gemompel op in de zaal • a murmer arose in the hall/roomde trap opgaan • go up/climb the stairsdezelfde kant opgaan • go the same wayals het die kant opgaat met de maatschappij dan … • if that is the way society is going …al zijn geld is opgegaan aan de inrichting van het huis • all his money went to decorating the househet is helemaal opgegaan • it's all gone6 die stelling/vergelijking gaat niet op • that hypothesis/comparison does not hold good/waterdit gaat niet op voor arme mensen • this doesn't apply to/is not true of poor people7 zij gaan op in hun werk • they are wrapped up/absorbed in their workhelemaal opgaan in zichzelf • be totally wrapped up in oneselfbeide teams zijn in elkaar opgegaan • the two teams have mergeddoen opgaan in • merge into -
11 kant
1 [weefsel] lace4 [grensvlak van een lichaam] side ⇒ face, surface, 〈 figuurlijk〉 aspect, 〈 figuurlijk〉 facet, 〈 figuurlijk〉 angle, 〈 figuurlijk〉 view6 [plaats waar twee vlakken samenkomen] edge7 [richting] way, direction8 [plaatsbepaling met betrekking tot een scheidslijn; helft van het lichaam] side9 [deel/uiteinde van een gebied/lichaam] side, end10 [partij, kamp] side, part(y)♦voorbeelden:gekloste kant • bobbin laceopengewerkte kant • openwork laceaan de kant ! • step aside!aan de kant gaan rijden • pull inaan de kant gaan staan • stand/step asidezijn auto aan de kant zetten • pull up/over〈 figuurlijk〉 iemand aan de kant zetten • push someone out; 〈 informeel〉 give someone the push/shoveaan de kant van de weg • at the side of the road, by the roadsidelangs de kant blijven staan • stay on the sideline(s)het schip ligt aan/voor de kant • the ship is moored/berthednaar de kant komen • swim ashoreop de kant klimmen • climb ashoreiemand van de kant afduwen • push someone inzich van zijn goede kant laten zien • show one's good sidede goede kant van een zaak • the positive side of somethingiemands sterke/zwakke kanten • someone's strong/weak pointsde vlakke kant van een plank • the face of a plank〈 figuurlijk〉 aan de ene kant wel, aan de andere kant niet • on the one hand yes, on the other (hand), no; yes and nodeze kant boven • this side upiets op zijn kant zetten • put something on its sidehet gaat met hem de verkeerde kant op • he's going to the bad; 〈 bij ziekte〉 he's taken a turn for the worsedeze kant op, alstublieft • this way, pleasedat is de kant van Haarlem op • that's out towards Haarlem, that's out Haarlem wayvan alle kanten • left and right, on all sidesgeen kant meer op kunnen • have nowhere (left) to goik sta aan jouw kant • I'm on your sideiemand aan zijn kant krijgen • win someone over to one's sidevan die kant hebben we niets te vrezen • we have nothing to fear from that quarterde liefde kan niet van één kant komen • love must be a two-sided affairdat hoor je van alle kanten • that's what you hear on all sideswantrouwen van de kant van de bevolking • distrust on the part of the public11 familie van vaders/moeders kant • relatives on one's father's/mother's sidehij is aan de kleine kant • he is on the short sidevan de verkeerde kant zijn • be of the other persuasionwij van onze kant • (we) for our partiets aan kant maken • tidy something upiets niet over zijn kant laten gaan • not take something (lying down)zich/iemand van kant maken • do oneself/someone in, do away with oneself/someone〈 informeel〉 dat klopt van geen kanten • that's all/completely wrong
См. также в других словарях:
climb-down — climb downs also climbdown N COUNT A climb down in an argument or dispute is the act of admitting that you are wrong or of changing your intentions or demands. This week s climb down by the Department of Transport is thought to be the first time… … English dictionary
climb-down — n. 1. a retraction of a previously held position. Syn: withdrawal, backdown. [WordNet 1.5] {Grand climacteric} or {Great climacteric}, the sixty third year of human life. [1913 Webster] I should hardly yield my rigid fibers to be regenerated by… … The Collaborative International Dictionary of English
climb-down — n [C usually singular] BrE an occasion when you admit that you were wrong ▪ a humiliating climb down by the government … Dictionary of contemporary English
climb|down — «KLYM DOWN», noun. the abandonment of a high position taken on some point or question when it has been found untenable or unacceptable … Useful english dictionary
climb down — index alight Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
climb-down — climb ,down noun count BRITISH a change of attitude in which someone admits they were wrong … Usage of the words and phrases in modern English
climb down — verb come down (Freq. 3) the birds alighted • Syn: ↑alight • Hypernyms: ↑descend, ↑fall, ↑go down, ↑come down • … Useful english dictionary
climb down — v. 1) (D; intr.) to climb down from (to climb down from a tree) 2) (BE) (D; intr.) ( to retreat ) to climb down from (to climb down from an untenable position) * * * [ klaɪm daʊn] (D; intr.) to climb down from (to climb down from a tree) (BE) (D; … Combinatory dictionary
climb-down — noun a retraction of a previously held position • Syn: ↑withdrawal, ↑backdown • Derivationally related forms: ↑back down (for: ↑backdown), ↑withdraw (for: ↑ … Useful english dictionary
climb-down — n. (BE) retreat a climb down from (a climb down from an untenable position) * * * (BE) [ retreat ] a climb down from (a climb down from an untenable position) … Combinatory dictionary
climb down — phrasal verb [intransitive] Word forms climb down : present tense I/you/we/they climb down he/she/it climbs down present participle climbing down past tense climbed down past participle climbed down British to admit that you were wrong,… … English dictionary